

Vanaf 1935 was het kasteel in eigendom van de gemeente. Dankzij burgemeester Snijders (1872-1953) staat het kasteel er nog: hij redde het van de sloop. Er verschenen advertenties in de kranten, waarin het kasteel werd aangeprezen als zijnde "zeer geschikt voor afbraak". Maar op tijd greep de gemeente Dussen in. Op 26 september 1936 werd tijdens een raadsvergadering gestemd over de toekomst van Kasteel Dussen. Met zes stemmen voor en vijf stemmen tegen werd besloten het kasteel te behouden. En werd het voor 15.000 gulden gekocht met het doel er een gemeentehuis in te vestigen.
In de decennia die volgen geven burgemeester Snijders en na hem burgemeester Mols leiding aan de ingrijpende restauratie van het kasteel. In de tweede wereldoorlog raakt het kasteel echter opnieuw zwaar beschadigd. Na Mols neemt burgemeester Oderkerk bij zijn benoeming in 1946 het restauratiestokje over. De zoon van de burgemeester schreef in 2008: 'Voor mijn vader was de verbouw en het inrichten van het kasteel een feest'. In 1953 is de restauratie afgerond, maar door de watersnoodramp wordt de opening uitgesteld. Op 22 juni 1954 wordt dan toch eindelijk het gerestaureerde kasteel officieel als raadhuis in gebruik genomen. Het wordt een groot feest met honderden genodigden, die bij de poort worden verwelkomd door 'enkele mannen van de erewacht, gekleed in Middeleeuwse costuums, met helm en sabel, met wijde mantels en grote kaplaarzen'.

Eén van de programmaonderdelen om er voor de bevolking een feestelijke aangelegenheid van te maken én om het kasteel te kunnen bezoeken, is de opvoering van een klucht. Natuurlijk zijn de plaatselijke fanfares ook van de -muzikale- partij!
En wat dat laatste betreft: gelukkig blijven een aantal tradities in stand: nog altijd kan iedereen naar het kasteel komen voor allerlei culturele activiteiten én sluiten de fanfares het culturele jaar af in de kasteeltuin!

Foto: Burgemeester Oderkerk (wederopbouw kasteel na WOII ca. 1946)